Europees kader voor digitale onderwijsinhoud
Huidige veranderingen in het onderwijs
De vraag naar en het aanbod van onderwijs- en leermaterialen in digitaal formaat (of digitale onderwijsinhoud) zijn de afgelopen jaren aanzienlijk toegenomen, met name als gevolg van de COVID-19-pandemie.
Belangrijke veranderingen zijn onder meer:
- De gewoonten zijn sterk veranderd bij aanbieders van digitale inhoud (industrie en overheid) en eindgebruikers (leerkrachten, studenten en leerlingen).
- Digitale onderwijsinhoud wordt prikkelender en interactiever en wordt uitgebracht in diverse formaten en op verschillende platformen.
- Nieuwe technologische ontwikkelingen stimuleren de invoering van nieuwe soorten digitale onderwijsinhoud en aanverwante instrumenten of diensten. Deze ontwikkelingen omvatten leermobiliteit, immersieve realiteit, artificiële intelligentie (AI) en generatieve AI.
- Nieuwe onderwijs- en leerpraktijken (blended leren, microlearning, adaptief en gepersonaliseerd leren) vereisen voortdurende updates van inhoud en permanente professionele ontwikkeling voor onderwijsactoren.
Met deze veranderingen voor ogen heeft het Europees kader voor digitale onderwijsinhoud tot doel de huidige uitdagingen van de digitale transformatie in het onderwijs aan te pakken.
Uitdagingen van de digitale transitie
In een studie van september 2023 werd de stand van zaken met betrekking tot digitale onderwijsinhoud geëvalueerd. De studie omvat:
- een analyse van vraag en aanbod
- een voorstel voor een gemeenschappelijke omschrijving, opgesteld op basis van diepgaand onderzoek en overleg met gebruikers, facilitatoren en makers van digitale onderwijsinhoud
- de identificatie van pedagogische, technologische, juridische en organisatorische knelpunten
- de belangrijkste uitdagingen bij de ontwikkeling van een kader voor digitale onderwijsinhoud op EU-niveau
Aanpak van deze uitdagingen
Sinds 2022 heeft de Europese Commissie een intensieve dialoog met de belanghebbenden op gang gebracht. Dit omvatte bilaterale bijeenkomsten en een praktijkgemeenschap om ervoor te zorgen dat alle actoren zeggenschap hebben over de voorgestelde oplossingen en dat de volledige uitvoering ervan haalbaar is.
In november 2023 heeft de Raad de EU-landen, belanghebbenden en de Europese Commissie aanbevolen samen te werken om kwaliteitseisen en richtsnoeren op te stellen met het oog op een betere digitale onderwijsinhoud. De bedoeling is om landen de kwaliteit, veiligheid, betrouwbaarheid en inclusiviteit van digitaal onderwijsmateriaal te helpen beoordelen en verbeteren.
Werkgroepen
De Commissie heeft twee werkgroepen opgericht over de volgende onderwerpen:
Richtsnoeren voor digitale onderwijsinhoud
De deskundigengroep werkt aan praktische richtsnoeren om vooral leerkrachten en schoolleiders te helpen bij het vinden, selecteren, verwerven, gebruiken en evalueren van hoogwaardige digitale onderwijsinhoud.
De deskundigengroep is voornemens de richtsnoeren in 2025 te publiceren.
Interoperabiliteitskader voor het hoger onderwijs
De hub voor digitaal onderwijs beheert een werkgroep van meer dan 130 professionals en deskundigen om het interoperabiliteitskader voor het hoger onderwijs te ontwikkelen.
Het kader heeft tot doel de samenwerking en efficiëntie binnen Europese universiteiten te verbeteren door gemeenschappelijke normen en protocollen vast te stellen voor de uitwisseling van gegevens in onderwijs- en leersystemen.
De werkgroep is van plan het kader uiterlijk in februari 2025 voor te stellen.
Tijdlijn
-
2022-2023
- Voorbereidende studie ter ondersteuning van een Europees kader voor digitale onderwijsinhoud
- Voorbereidende fase van de lancering van een Europees uitwisselingsplatform voor hoger onderwijs
-
2024-2025
Oprichting van de deskundigengroep digitale onderwijsinhoud om richtsnoeren en kwaliteitseisen en -criteria op te stellen
-
Juni 2024
Presentatie van het kaderontwerp, in samenwerking opgericht door de werkgroep voor interoperabiliteit in het hoger onderwijs
-
Februari 2025
Voorstelling van het interoperabiliteitskader voor het hoger onderwijs