Naar doeltreffende en efficiënte stelsels voor hoger onderwijs
Doeltreffend en efficiënt hoger onderwijs kan alleen worden bereikt als overheden voor gunstige omstandigheden zorgen waarbinnen de instellingen voor hoger onderwijs kunnen werken. Dat vergt onder meer voldoende financiering en een doeltreffende kwaliteitsborging.
In haar strategisch kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding (ET 2020) wijst de EU erop dat:
- er voldoende geld moet zijn voor hoger onderwijs, en dat de overheidsuitgaven op dit gebied niet in het gedrang mogen komen, want het gaat om een investering in economische groei
- het hoger onderwijs voor grote uitdagingen staat. Het moet flexibel worden bestuurd en gefinancierd om de zelfstandigheid en verantwoordingsplicht van de betrokken partijen met elkaar in evenwicht te brengen.
Ook in de nieuwe agenda voor het hoger onderwijs wordt erop gewezen dat er voldoende mensen en financiële middelen nodig zijn, naast stimuleringsmaatregelen en beloningen.
Bovendien kan het hoger onderwijs in Europa niet worden hervormd of gemoderniseerd zonder de inzet en competentie van docenten en onderzoekers, maar de personeelsbezetting houdt vaak geen gelijke tred met het steeds toenemende aantal studenten.
Betere arbeidsomstandigheden, betere initiële en voortgezette beroepsontwikkeling en meer erkenning van onderwijs- en onderzoeksexcellentie zijn essentieel om Europa in staat te stellen het nodige academisch personeel van hoge kwaliteit te produceren, aan te trekken en te behouden.
Waarom is doeltreffend en efficiënt hoger onderwijs belangrijk?
Kwaliteitsborging wekt vertrouwen in het hoger onderwijs. Elke instelling voor hoger onderwijs moet een strikt systeem van interne kwaliteitsborging hebben, en dat laten controleren door gespecialiseerde externe organisaties.
Dat betekent dat er meer flexibiliteit nodig is. Als instellingen zelfstandiger zijn, kunnen ze zich namelijk makkelijker specialiseren. Dat is goed voor de kwaliteit van onderwijs en onderzoek. Door juridische, financiële en bestuurlijke beperkingen hebben de instellingen echter niet genoeg vrijheid om hun eigen koers en structuur te bepalen en zich van hun concurrenten te onderscheiden.
Bovendien blijven de nationale overheden in de EU-lidstaten bevoegd voor hun hoger onderwijs en de financiering daarvan.
Wat doet de EU om de doeltreffendheid en efficiëntie van het hoger onderwijs te verbeteren?
Door de samenwerking op het gebied van onderzoek en beleid te steunen, helpt de Europese Commissie de EU-lidstaten goede bestuurs- en financieringsmodellen voor hoger onderwijs te ontwikkelen. De Commissie werkt ook samen met de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) aan een herziening van de financierings-, stimulerings- en beloningsregelingen van de stelsels voor hoger onderwijs.
De Commissie bevordert voorts de wederzijdse uitwisseling van goede praktijken op het gebied van bestuur en financiering tussen de EU-lidstaten via collegiaal advies en peer learning-activiteiten.
In de periode 2014-2020 hebben 17 EU-lidstaten met behulp van de Europese structuur- en investeringsfondsen geïnvesteerd in het hoger onderwijs. In totaal is 5,2 miljard euro uit het Europees Sociaal Fonds (ESF) besteed aan opleidingen, de hervorming van programma’s en de afstemming van het onderwijs op de behoeften van de arbeidsmarkt.
Bovendien is 1,5 miljard euro uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) besteed aan renovatie of de bouw van nieuwe onderwijsinfrastructuur.
Sommige door de EIB-groep beheerde, op leningen gebaseerde steunmaatregelen zijn ook beschikbaar voor instellingen voor hoger onderwijs. Bij het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI) kunnen instellingen leningen aanvragen om hun infrastructuur te verbeteren en deel te nemen aan innovatieve financieringsprogramma’s, zoals Erasmus+-masterleningen voor internationale studenten.
De normen en richtsnoeren voor kwaliteitsborging in de Europese ruimte voor hoger onderwijs stellen een gemeenschappelijk kader vast dat ervoor zorgt dat er op Europees, nationaal en institutioneel niveau verantwoording wordt afgelegd. Het Europees register voor kwaliteitsborging (EQAR) in het hoger onderwijs draagt ook bij tot kwaliteitsborging op Europees niveau.
Tot slot publiceert de Commissie voortgangsverslagen over de ontwikkelingen inzake kwaliteitsborging op Europees niveau voor het hoger onderwijs.