Waarom is beroepsonderwijs en -opleiding belangrijk?
Beroepsonderwijs en -opleiding biedt lerenden essentiële vaardigheden die hun persoonlijke ontwikkeling ondersteunen, hun inzetbaarheid op de arbeidsmarkt vergroten en actief burgerschap aanmoedigen. Beroepsonderwijs en -opleiding draagt bij tot de prestaties van ondernemingen, het concurrentievermogen, onderzoek en innovatie.
Voor beroepsonderwijs en -opleiding in Europa bestaat een goed ontwikkeld netwerk van belanghebbenden. De sociale partners (werkgevers, vakbonden) worden via verschillende organen (kamers, comités, raden enz.) betrokken bij het bestuur hiervan.
Initieel beroepsonderwijs en initiële beroepsopleiding
Initieel: gewoonlijk op hoger middelbaar en postmiddelbaar niveau als laatste stap voor het beroepsleven. Het onderwijs of de opleiding vindt plaats in een schoolomgeving (meestal klassikaal) of in een setting die zo veel mogelijk lijkt op een werkplek om echte ervaring op te doen (opleidingscentra of bedrijven).
Gemiddeld volgt 50% van de 15- tot 19-jarige Europeanen initieel beroepsonderwijs op hoger secundair niveau. Achter dit EU-gemiddelde gaan echter aanzienlijke geografische verschillen schuil, gaande van een participatie van minder dan 15% tot meer dan 70%.
Postinitieel beroepsonderwijs en postinitiële beroepsopleiding
Postinitieel: na het initieel onderwijs/de initiële opleiding, of later in de carrière. Mensen volgen dan bij- en nascholing om hun kennis en/of vaardigheden te verbeteren of uit te breiden, of om zich persoonlijk en professioneel te blijven ontwikkelen. Bij- en nascholing vindt meestal plaats op de werkplek.
Wat doet de EU op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding?
De Europese samenwerking op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding gaat terug tot 2002 en het proces van Kopenhagen. Het is in de loop der jaren verder verbeterd, bijvoorbeeld door het communiqué van Brugge en de conclusies van Riga.
Beroepsonderwijs en -opleiding is aangemerkt als aandachtsgebied voor samenwerking in initiatief voor de Europese onderwijsruimte voor de periode 2021-2030.
Wat is ons doel?
Via de Raad van de EU hebben de lidstaten het streefdoel vastgesteld dat tegen 2025 ten minste 60% van de pas afgestudeerden van beroepsonderwijs en -opleiding tijdens die studies of opleiding werkplekleren heeft gevolgd.
Aanbeveling van de Raad van 2020 over beroepsonderwijs en -opleiding
Op 24 november 2020 heeft de Raad van de EU een voorstel goedgekeurd voor een aanbeveling inzake beroepsonderwijs en ‑opleiding voor duurzaam concurrentievermogen, sociale rechtvaardigheid en veerkracht. Deze aanbeveling bevat de belangrijkste beginselen die ervoor moeten zorgen dat beroepsonderwijs en -opleiding flexibel zijn, in de zin dat ze zich snel aanpassen aan de behoeften van de arbeidsmarkt en hoogwaardige leermogelijkheden bieden voor zowel jongeren als volwassenen.
Er ligt een sterke nadruk op de grotere flexibiliteit, versterkt door betere mogelijkheden voor werkplekleren en leerlingplaatsen en meer kwaliteitsborging.
Deze aanbeveling vervangt ook de aanbeveling over Eqavet (Europese kwaliteitsborging in het beroepsonderwijs en -opleiding) en bevat een geactualiseerd Eqavet-kader met kwaliteitsindicatoren en -descriptoren. Met deze aanbeveling wordt de voormalige Ecvet-aanbeveling ingetrokken.
Verklaring van Osnabrück 2020
Op 30 november 2020 hebben de ministers van onderwijs uit de EU-lidstaten, kandidaat-lidstaten, EER-EVA-landen (Europese Economische Ruimte – Europese Vrijhandelsassociatie), de Europese sociale partners en de Europese Commissie de “Verklaring van Osnabrück 2020 over beroepsonderwijs en -opleiding als katalysator voor herstel en rechtvaardige transities naar digitale en groene economieën” goedgekeurd.
De Verklaring van Osnabrück wordt gesteund door verenigingen van aanbieders van beroepsonderwijs en -opleiding op Europees niveau (VET4EU2) en vertegenwoordigers van studenten in het beroepsonderwijs en -opleiding (OBESSU).
De verklaring bevat nieuwe beleidsmaatregelen voor de periode 2021-2025 ter aanvulling van de aanbeveling van de Raad inzake beroepsonderwijs en -opleiding voor duurzaam concurrentievermogen, sociale rechtvaardigheid en veerkracht:
- veerkracht en excellentie bevorderen door kwalitatief hoogwaardig, inclusief en flexibel beroepsonderwijs en -opleiding
- een nieuwe cultuur van een leven lang leren scheppen, met nadruk op het belang van bij- en nascholing en digitalisering
- duurzaamheid van beroepsonderwijs en -opleiding stimuleren
- een Europese onderwijs- en opleidingsruimte en internationaal beroepsonderwijs en -opleiding ontwikkelen
Het Raadgevend Comité voor de beroepsopleiding heeft een advies uitgebracht als bijdrage tot het beleid van de Commissie op dit gebied na 2020.
Strategisch kader van de Europese onderwijsruimte
Binnen het strategisch kader voor de Europese Onderwijsruimte voor de periode 2021-2030 is een werkgroep opgericht voor beroepsonderwijs en ‑opleiding en de groene transitie, evenals een subgroep van de groep inzake scholen die zich toespitst op milieuduurzaamheidseducatie. Deze groepen zullen wederzijds leren en de uitwisseling van informatie en beste praktijken tussen de lidstaten aanmoedigen.